Op 13 september 1959 meldde het Duitse ms. Bussard brand aan boord t.h.v. het lichtschip Terschellingerbank.
Het was geladen met diverse chemische lading.
Zowel Doeksen als Bugsier gingen er af. Vanaf Ts ging de Holland te gūzjen en vanuit Duitsland vertrok de Wotan.
Later blijkt het brandende schip bij de ET-7 te liggen en de Holland is er als eerste en begint met blussen.
Omdat het schip richting Ts drijft besluit men het schip weg te trekken. Explosies volgen elkaar op.
Als dat gevaar minder wordt besluit men schip via het Stortemelk naar de Westmeep te slepen om het aan de grond te zetten.
De Wotan arriveert en assisteert met blussen.
De dagen erop blijft men blussen totdat de brand onder controle is.
Het schip wordt vlotgetrokken en wordt door de Stortemelk naar de haven van WTs gesleept, met de Holland langszij, die blijft nablussen.
Na dagen wordt er geblust, maar op 17 september is het over. Het grootse deel van de lading is verbrand en de rest beschadigd.
Volgens het verslag in "Holland, paraat en startklaar" (van W.J.J. Boot) is het de Holland in die dagen eigenlijk niet ingericht voor het bestrijden van zulke branden (pagina 50).
foto: coll. G.B. Volgers
foto's: coll. H. Oosterloo