Ik heb dat verhaal globaal doorgelopen, zonder op de millimeter te gaan. Opmerkingen:
1) Eigenlijk is dit een autobusconcessie. HHier en daar wordt ook gesproken van "staande passagiers", wat typisch des bus' is. Er worden allerlei "vertragingsvoorwaarden" opgesteld, mede gerelateerd aan de kilometers. Dat kan op TS en vooral Vlie nogal eens afwijken.
2) je kunt goed zien dat dit wegmensen en geen varensmensen zijn. Ergens wordt een opmerking gemaakt over vertrgaingen of uitval wegens hoog- of laagwater, waarbij de stellers er dan vanuit gaan, dat laagwater iets is als een waterstand < dan de diepgang van de schepen. Grote onzin. Elk schip heeft een minimale hoeveelheid water onder de kiel nodig om de snelheid te behouden, wordt die te klein, dan loopt, mede afhankelijk van de vorm van het onderwaterschip, de snelheid teug. Zie wat er destijds met de 'Bereboot' gebeurde: prima zeeschip, snelheid zat, te weinig water bleef er niet veel van over.
3) Er worden wel allerlei verplichtingen gesteld aan de reders, maar niet aan de vaarwegbeheerders. Op alle vier diensten zijn de rederijen sterk afhankelijk van de toestand van het vaarwater. De concessieverlener zou op zijn minst verplicht moeten zijn, te garanderen dat de vaarweg een minimale diepte heeft van x cm beneden de maximaal beladen vaartuigen die in de concessie worden toegestaan. Dit geeft reden tot eindeloos getouwtrek, als de drempel in de Slenk doorgaat zoals nu. Geldt zeker voor Ameland, waar de beide schepen bijwijze van spreken zelfs geen roer nodig hebben om door de vaargeul heen te komen.
4) De hele santekraam is opgezet onder de Openbaar-Vervoergedachte. Men is verplicht op het OV aan te sluiten. In het OV zijn nog altijd (volkomen ten onrechte overigens) de spoorwegen leidend. Die stellen hun dienstregeling vast en daaraan moet de concessionaris zich maar aanpassen. Nu is het kenmerk van eilander bootdiensten, dat die zich moeten laten leiden door primair de vervoersbehoefte van de eilanden zelf. Lang niet alle eilanders wensen zich met het OV te verplaatsen, zeker niet buiten het toeristenseizoen. Door nu het OV leidend te maken, beperkt men de vervoersbehoefte van de eilanders zelf. Niet erg verstandig.
5) En natuurlijk vinden we weer van die typische landkrabbenopmerkingen: "ruw weer" wordt gesteld op Bft 7 en hoger. Daarbij wordt natuurlijk geen rekening gehouden met de windrichting en de typische kenmerken van de dienst: NW 7 naar Vlieland is wat anders dan Z 7 naar Terschelling of zo. Het zelfde geldt voor de merkwaardige opmerkingen over de helling voor aan en van boord gaan van passagiers: die mag niet te groot zijn. Of je als reder daaraan bij springtij ook maar iets kan doen. Dat is gewoon afhankelijk van de eigenaars van de aanlegfaciliteiten.
6) Ook wordt er opgemerkt, dat er geen al te onredelijk rendement mag worden gemaakt. Wie bepaalt dan wat onredelijk is? In de bijlagen komt een aantal metingen voor over de klanttevredenheid. Slecht scoren i.h.a. de tarieven. Jawel, dat kan je natuurlijk verwachten, want elk dubbeltje is teveel. Dat wordt dus afhankelijk van de mening van passagiers die geen flauw benul van bedrijfseconomie hebben, maar wel alles "te duur" vinden.
Zo kan ik in detail misschien nog wel even doorgaan, maar ik laat het erbij, vast te stellen, dat ook hier mijn vrees bewaarheid wordt: eindeloze bureaucratie en voor elke aangevaren vis een rapport.
Slotopmerking: als er iemand nog trek heeft in een overtochtje met de 'Holland' zoals dat deze zomer mogelijk is, dan zou ik dat maar gauw doen. Straks worden err milieu-eisen gesteld aan de schepen, waaraan de Holland nooit zal kunnen voldoen en bovendien zou na concessietoekenning, het varen met de 'Holland' wel eens als extra dienst kunnen worden aangemerkt, die dus tevoren moet worden "aangevraagd". Als de concessie eenmaal is verleend, dan zal dat allemaal wel een beetje moeilijker worden.