lEEUWARDER cOURANT VRIJDAG 5 MAART '21
citaat:
NIEUWE STAP DOEKSEN IN SCHEEPSBOUW
Harlingen - Koninklijke Doeksen koopt het Rotterdamse ingenieursbureau Vuyk Engineering. Daarmee zet de moedermaatschappij van de Harlinger veerdiensten opnieuw een stap in de scheepsbouw.
In 2014 werd het in Rotterdam gevestigde Doeksen al grootaandeelhouder van superjachtbouwer Royal Huisman in Vollenhove, nu neemt het bedrijf Vuyk over van Royal IHC. Deze Zuid-Hollandse scheepsbouwer balanceerde vorig jaar op de rand van de afgrond en kon met behulp van de staat, een industrieconsortium en de banken overeind worden gehouden. IHC richt zich voortaan op zijn kerntaken: het bouwen van bagger- en offshoreschepen. Het concern schrapt 1100 arbeidsplaatsen en heeft dochterondernemingen in de etalage gezet. In december werd het ingenieursbureau KCI in Schiedam al afgestoten, deze week in Vuyk aan de beurt.
Het ingenieursbureau, opgericht in 1979, maakte in de jaren 90 enige tijd deel uit van de Central Industry Group in Groningen en werd in 2008 ingelijfd door IHC. Er werken ongeveer 80 mensen bij Vuyk. De Rotterdamse ingenieurs ontwerpen ondermeer schepen en apparaten voor de offshore. "Vuyk is trots om weer als onafhankelijk bedrijf en sterk merk te opereren" laat direkteur Oele weten. Het in 1908 opgerichte familiebedrijf Koninklijke Doeksen (omzet 35 miljoen euro) haalt zijn verdiensten deels uit Royal Huisman en exploiteert samen met Arriva veerdiensten op de Maas en de Merwede.. Het toerisme op Vlieland en Terschelling levert normaliter de meeste inkomsten op. De veerdiensten hebben echter een moeilijk jaar achter de rug. Ondermeer vanwege de pandemie, maar ook door aanhoudende tegenslag met de 2 nieuwe schepen Willem de Vlamingh en Willem Barentsz. Doeksen lijkt zich nadrukkelijker te profileren als scheepsbouwonderneming.
Volgens topman Jan-Willem Doeksen past Vuyk goed in de maritieme matrix van zijn bedrijf: "met deze overname kunnen we met recht zeggen dat Koninklijke Doeksen expertise en diensten kan leveren, vanaf het ontwerp tot en met het bouwen en exploiteren".
einde citaat