Schepen van Doeksen > Overige onderwerpen

Overstappen op de Vlieree

<< < (3/4) > >>

Christian:
Dit is afkomstig van het pocketboekje "Vlieland, van Hors tot Horn", gepubliceerd in 1970 en geschreven door Van Eck H.M. en Pronker T.F.J. Mijn exemplaar, gekocht in 1972, geef ik zeker voor geen geld weg (maar ik zag, dit is antiquarisch wel nog verkrijgbaar, als iemand belangstelling heeft.)
Op p 118-119 worden de bootverbindingen besproken, en er staat "het overstappen" in dit hoofdstuk centraal. Voor de meeste kijkers en leden staat hier zeker geen feitelijk nieuws, maar misschien deugdelijk als boeiende samenvatting en vlot lesbare bron, bedoeld voor de toerist van toen:

DE VERBINDINGEN MET HET EILAND
De reis ernaartoe
Naast de verbinding met Vlieland via Texel over het Eyerlandse Gat is er door de eeuwen heen ook altijd wel een, zij het onregelmatige, bootverbinding geweest met Harlingen. Bovendien was er een druk verkeer met zeilschepen naar Amsterdam, vooral in de bloeiperiode van de zeventiende eeuw. Later was het vooral de verbinding via Harlingen waardoor Vlieland met de rest van de wereld in contact stond. Tot omstreeks het einde van de negentiende eeuw werd deze verbinding onderhouden met zeilbotters en de accommodatie daarop was destijds ruimschoots voldoende voor de weinige passagiers. Ook aan goederenverkeer bestond niet zo'n grote behoefte in een samenleving die veel meer dan thans in haar eigen behoeften kon voorzien.
De opkomst van de stoomvaart leidde er tenslotte toe dat ook Vlieland een regelmatige verbinding kreeg. De postboot — zo genoemd omdat deze dienst alleen in stand gehouden kon worden dank zij het vervoer van de post — voer dagelijks. Sinds 1923 wordt deze verbinding onderhouden door de Rederij Doeksen van Terschelling. Daarbij was de verbinding Harlingen-Terschelling uiteraard veel belangrijker dan die naar Vlieland en de boten van Doeksen voeren dan ook eenmaal per dag van Harlingen naar Terschelling en terug.
Vlieland had een kleine motorschoener ter beschikking, de oude „Vlieland". Dit scheepje, uitgerust met een een-cilinder Kromhout gloeikopmotor en hulpzeilen, onderhield de verbinding tussen Oost-Vlieland en de Vlieree. Daar kwamen de Terschellinger en de Vlielander boten bij elkaar langszij en werden passagiers en goederen uitgewisseld. Vooral bij ruwe zee was het overstappen op de Vlierede een hele belevenis, maar een die toch wel bijzonder karakteristiek was voor de reis naar Vlieland. Trouwens, op de reis om de Richel van de Vlieree naar de Vliesloot kon het schip bij harde noordwestenwind behoorlijk te keer gaan en vooral de oude „Vlieland" zat dan vaak meer onder dan boven water. Als er op een niet zo mooie dag veel passagiers waren, die opgepropt zaten in de kajuit onderdeks, was dat wel eens een benauwde bedoening.
In 1937 kwam de kleine, maar moderne „Vlieland" in de vaart. Dit sierlijke passagiersscheepje onderhoudt nu nog de verbinding tussen Terschelling en Vlieland. De rechtstreekse verbinding kwam tot stand toen de verbinding met Terschelling door overstappen op de Harlingen-Terschellingboot kwam te vervallen. Dit gebeurde bij het in dienst komen van de „Oost-Vlieland" in 1962, waarmee Vlieland zijn eigen rechtstreekse verbinding met Harlingen kreeg. Tegenwoordig vaart de boot in het seizoen zelfs twee- tot driemaal per dag.
De verbinding waarbij het overstappen op zee noodzakelijk was, was uiteraard alleen geschikt voor passagiers en lichte goederen. Daarnaast was er behoefte ontstaan aan een dienst voor vrachtgoed, brandstoffen e.d. Deze vrachtdienst is tientallen jaren onderhouden door schipper Boon met de „Twee Gebroeders", waarmee een- of tweemaal per week lading van Harlingen naar Vlieland werd vervoerd. Echter, met de komst van de „Oost-Vlieland", een schip dat ook voor het vervoer van lading en eventuele auto's is ingericht, verviel grotendeels de behoefte aan een afzonderlijke beurtvaartdienst. De „Twee Gebroeders" werd door Rederij Doeksen overgenomen en wordt nu alleen nog gebruikt voor gevaarlijke lading, zoals gasflessen, benzine e.d., die niet vervoerd mag worden met passagiersschepen.
Overigens is het vervoer naar Vlieland nog van geringe omvang wanneer wij het vergelijken met bijvoorbeeld Texel en Terschelling Dit komt doordat op Vlieland geen auto's worden toegelaten, behalve die van de inwoners zelf. En wat dit laatste betreft: het aantal blijft beperkt omdat het wegennet van Vlieland de auto maar tot een betrekkelijk rendabel bezit maakt. Deze maatregel — geen auto's — komt de rust op Vlieland zeer ten goede en zelfs in de zomermaanden, wanneer er soms wel 8000 badgasten op het eiland verblijven, is het gehele westelijke gedeelte nog een oase van rust, voor zover die rust althans niet verstoord wordt door de militaire oefeningen op de Hors.

Wim Vink:
Overstap in de zomer van 1947: De Stortemelk II ligt naast de Noordnederland en neemt de dienst naar Vlieland voor zijn rekening.
Gelet op het aantal mensen is er genoeg klandizie.
De foto is genomen vanaf de Holland (3).



foto: coll. Joost Visser

Wim Vink:
Een detailfoto van een overstap op de Ree in 1936-37.
De Stortemelk II ligt naast een van de Zeeuwen of naast de Kraus, dat is niet duidelijk.



foto: coll. Albert Wiegman

Wim Vink:
Een overstapfoto van circa 1960.
Passagiers op de Vlieland staan al in grote getale te wachten om op de Terschellinger boot te over te stappen.



foto: coll. Herry Kuipers

Wim Vink:
Overstap op de Vlieree in 1938.
De Vlieland is nog erg nieuw, aangezien de verschansing van het bovendek nog dicht is.
Die werd vanwege te grote windvang al snel vervangen door een open railing.



foto: coll. K. Bakker

Navigatie

[0] Berichtenindex

[#] Volgende pagina

[*] Vorige pagina

Naar de volledige versie